Op 6 oktober 2020 deed het Europees Hof van Justitie (EHJ) te Luxemburg uitspraak over de legaliteit van de Belgische datarententiewet. Deze wet werd door de Belgische Liga’s voor Mensenrechten en door de Orde van de Franstalige en Duitstalige Balies betwist voor het Belgisch Grondwettelijk Hof.
Op vraag van het Grondwettelijk Hof heeft het EHJ nu duidelijk gesteld dat het Europese Recht niet toelaat dat de nationale Belgische wet een algemene en ongedifferentieerde opslag van communicatiegegevens van de burgers via telefoon of internet oplegt aan de providers. Het EHJ schaarde zich achter het standpunt dat door de Ligue des Droits de l’Homme, bijgestaan door advocaat Raf Jespers van Justis Lawyers Group en door advocaat Jan Fermon was verdedigd. Een algemene en willekeurige dataretentie schendt het recht op privacy en is in strijd met de Europese Richtlijn van 2002 op de bescherming van het privéleven in het kader van de elektronische communicatie.
De uitleg van het EHJ is bindend voor het Belgisch Grondwettelijk Hof dat zich in de komende maanden opnieuw over de zaak moet uitspreken.
Het arrest van het EHJ is een mijlpaal in de bescherming van de privacy van de Europese burgers.
— Het perscommuniqué (enkel in het Frans beschikbaar)